top of page

Suzuki-methode

Shinichi Suzuki (1898-1998) was een Japanse violist en pedagoog. Zijn vader was eigenaar van de eerste vioolfabriek ter wereld. Zelf startte hij zijn vioolstudie op 17-jarige leeftijd en ging hij in Tokio studeren. Nadien reisde hij naar Duitsland waar hij een leerling werd van de beroemde vioolpedagoog Karl Klingler.

Nadat hij zich realiseerde dat elk kind al op jonge leeftijd vloeiend zijn moedertaal spreekt ontwikkelde hij een nieuwe onderwijsmethode: de moedertaalmethode. Kinderen kunnen een instrument leren bespelen op dezelfde manier als ze hun moedertaal leren.

Na de Tweede Wereldoorlog concentreerde hij zich uitsluitend op het lesgeven aan kinderen.

Voor zijn pedagogisch werk kreeg hij overal eretitels en prijzen en ontving hij zelfs 8 eredoctoraten. Toen hij stierf in 1998 leerden reeds honderdduizenden kinderen viool of andere instrumenten spelen via zijn methode.

Suzuki2.jpg
IMG-20200613-WA0000.jpg

De Suzuki- of moedertaalmethode is geniaal in haar eenvoud: ieder kind is bekwaam om op zeer jonge leeftijd de moedertaal te spreken, door naar de ouders te luisteren en hen te imiteren. Ouders moedigen op hun beurt de kinderen bij elke kleine vordering.

Door op een identieke manier een muzikale omgeving te creëren, ontwikkelt het kind zijn muzikaal talent. zo kan ieder kind op zeer jonge leeftijd een instrument bespelen. Door te luisteren naar eenvoudige liedjes leren de kinderen op het gehoor deze muziek te spelen.

Zo leert elk kind stap voor stap, spelenderwijs in een stimulerende omgeving de universele muziektaal. Wanneer de ouders dan nog deelnemen aan het proces door zelf de lessen bij te wonen en door zelf ook het instrument te leren spelen, wordt het aanleren van een instrument voor elk kind een bijzonder prettige en uitdagende ervaring.

De belangrijkste bouwstenen van talentontwikkeling zijn:

 

  • Jong beginnen

Tussen 2 en 5 jaar zijn kinderen het meest ontvankelijk voor een nieuwe taal. De ideale startleeftijd verschilt per kind. Daarom wordt altijd individueel gekeken of het kind er klaar voor is en wat voor hem of haar de beste manier van werken is.​

De Suzuki-methode berust op het principe van natuurlijk leren en benadrukt de belevenis van muziek op jonge leeftijd. Dan leert men alles met de zintuiglijke waarneming. Wat men leert op deze manier, beheerst men beter dan wat men zuiver met het intellect leert op latere leeftijd.

Net als je leert fietsen op een kleine fiets, huur je in het begin een instrument op maat. Voor jonge kinderen is dat een 1/16, 1/10 of 1/8 instrument afhankelijk van de grootte van het kind.

 

Ook oudere kinderen of volwassenen zijn geschikt om met Suzuki lessen te beginnen. Zij leren sneller noten lezen en ook hoe ze zelfstandig kunnen studeren.

  • Gehoor ontwikkelen

Het muzikale gehoor ontwikkelt zich vanzelf als er in de omgeving van het kind mooie muziek is. Herhaling is hierbij zeer belangrijk. Als dezelfde liedjes telkens opnieuw klinken, zuiver en in het goede ritme, dan zal het kind deze klanken steeds meer in zich opnemen, herkennen en onthouden. Ze nemen de nuances van toon, timing, articulatie en dynamiek op.

  • Luisteren is het wondermiddel

Zo leert een kind ook praten: bepaalde woordjes worden eindeloos herhaald, tot het kind uiteindelijk zijn eerste woordje nazegt. Ook daarna volgen nog duizenden herhalingen, tot het helemaal vanzelf gaat. Langzaam komt er steeds een woordje bij, zonder dat de oude woordjes vergeten worden.

Het dagelijks luisteren naar de CD plaatst het kind in een muzikale omgeving. Zo kunnen kinderen eenvoudige liedjes op het gehoor spelen.

Het muzikaal gehoor ontwikkelt zich dus op dezelfde manier als het kind leert praten. Heel veel luisteren is daarbij het wondermiddel.

  • Uitgesteld noten lezen

Zoals kinderen eerst leren spreken en pas later leren lezen en schrijven, zullen Suzuki leerkrachten notenleer uitstellen tot er voldoende technische beheersing is van de basistechniek van het altviool/cello-spel en een voldoende muzikaal geheugen is ontwikkeld. Suzuki vond dat leerlingen gemakkelijker een technische vaardigheid ontwikkelen wanneer de aandacht van de leerlingen niet gelijktijdig hoeft verdeeld te worden over instrument spelen en noten lezen.

 

Aangezien de meeste kinderen als vanzelf belangstelling voor zoiets als letters hebben, leren ze ook al na enige tijd noten en ritmes lezen. Stap voor stap zijn kinderen al snel in staat om eenvoudige partituren van blad te spelen. Het Suzuki-repertoire wordt uiteraard uit het geheugen gespeeld.

  • Herhaling en geduld

Eens zei Suzuki dat elke dag dat je eet, er geoefend moet worden. In het begin verwachten we 20 minuutjes per dag, maar dat zal al gauw toenemen naarmate kinderen verder ontplooien. Succesvol muziek aanleren wordt eveneens gemakkelijker door het herhaald ‘blootstellen’ aan muziek.

Falke strijkstok.png
  • Actieve participatie van de ouders

Ouders spelen een belangrijke rol in het leerproces van hun kind(eren). Daarom krijgen hij/zij gedurende het eerste jaar zelf instrumentles, zodat hij/zij voldoende vertrouwd is met het instrument. De ouder – liefst altijd dezelfde – woont de lessen bij en noteert de instructies van de leerkracht. Er wordt van hen verwacht dat ze positief en ondersteunend zijn en thuis met hun kind naar de CD luisteren en hun instrument beoefenen. Zij hebben dus als het ware de rol van thuisleraar.

 

Als het waar is dat de Suzuki-methode veel van de ouders vereist, dan is wat zij ervoor terugkrijgen in ieder geval van onschatbare waarde. Leerlingen bereiken steeds betere resultaten met de toewijding van hun ouders. Bovendien kunnen de leerlingen bepaalde werkmethodes aanleren die later bruikbaar zijn op alle studieterreinen en in de werkomgeving.

 

Op geregelde tijdstippen worden concertjes georganiseerd zodat de leerlingen de kans krijgen om voor publiek te spelen. Dan is een enthousiast publiek vanzelfsprekend onmisbaar. Maar ook elke (groeps)les eindigt met applaus!

  • Vast kernrepertoire

Er wordt gewerkt met een vast kernrepertoire waaruit alle nieuwe stappen geïntroduceerd en eenmaal geleerde stukken verfijnd kunnen worden. Het vangt aan met kinderliedjes maar gaat al snel over tot Duitse barokmeesters en het klassieke en romantische repertoire. Met deze stukken krijgen kinderen een stevige basis om samen te leren spelen, zelfs met leerlingen van andere erkende Suzuki-leerkrachten op workshops in binnen- en buitenland.

  • Individuele les en groepsles zijn complementair

Elke week krijgt het kind naast individuele les ook groepsles. Kinderen observeren en luisteren er naar andere leerlingen. De groepslessen bevorderen het samenspel en het contact onderling. Grote zorg wordt echter besteed aan het vermijden van de negatieve effecten van competitie. Verder is er ook tijd voor ritmische of melodische spelletjes. De sociale interactie geven een goede stimulans om sneller vooruit te gaan!

Concert Cellodag Veurne 2021_edited_edited.jpg
bottom of page